Bron: Het parool
Niks bos, bergen of platteland. De Ierse neurowetenschapper Shane O’Mara (54) loopt vooral door de stad. ‘Mensen onderschatten hoe goed ze zich voelen, na zo’n stadswandeling.’
Was hij maar vanaf Schiphol gaan lopen. Dan had de Ierse neurowetenschapper Shane O’Mara zijn dagelijkse doel van 15.000 stappen alvast bereikt, en had hij nu ook niet vastgeklemd gezeten op een vluchtheuvel tussen de twee rijbanen op de De Ruyterkade.
O’Mara had eigenlijk gedacht dat het stoplicht gewoon op groen zou blijven staan, nadat hij de eerste rijbaan had overgestoken. Hij had zelfs al een stapje op de volgende rijbaan gezet, maar sprong geschrokken terug toen hij het licht op rood zag springen en de auto’s verderop gas hoorde geven.
Nu zucht hij, en kijkt hij wat getergd naar het stoplicht, het apparaat dat is uitgevonden om ons ervan te weerhouden om te doen wat de mens heeft gemaakt tot wie we zijn. Lopen! Op twee benen! Rechtop! Eerst de ene voet, dan de andere. Feilloos, ritmisch, vrijwel automatisch en indien nodig uren achtereen. Ons evenwicht stabiliserend met onze ruggengraat en onze heupen, hoe snel de ondergrond ook verandert. Ondertussen nauwlettend de omgeving in de gaten houdend, terwijl we ook nog eens praten of denken aan willekeurige zaken.
Wonderlijk, eigenlijk. En dat is nog maar slechts een deel wat er gebeurt als we lopen.
Het ontstaan van lopen
In zijn boek Te Voet, hoe twee benen de mensen verder brengen beschrijft O’Mara, die als hoogleraar experimenteel breinonderzoek verbonden is aan de universiteit van Dublin, het ontstaan van lopen vanaf het begin van leven op aarde, en hoe het uiteindelijk de geschiedenis van de mensheid heeft bepaald.
Hij legt gedetailleerd uit hoe het eigenlijk kan dat we lopen (spoiler: een indrukwekkende prestatie van zenuwen, spieren en het skelet, met bliksemsnelle coördinatie van de hersenen die het patroongenererende lokale zenuwcircuit in het midden van de ruggenwervel aansturen), maar heeft vooral ook een boodschap.
Op aanstekelijke manier probeert O’Mara in Te Voet duidelijk te maken dat het tijd wordt dat de moderne zittende mens weer in beweging komt. Door gewoon simpelweg te beginnen met lopen, onze meest natuurlijke vorm van bewegen.
‘Het maakt je leven echt beter en gezonder,’ schrijft O’Mara. Of zoals Hippocrates al zei: lopen is het beste medicijn.
Nu het licht op de De Ruyterkade weer op groen springt, zet deze ‘superpower van de mens’ O’Mara weer in beweging richting het Museumplein, waar hij zo een afspraak heeft.
Ondertussen somt hij de vele voordelen op: het is goed voor je hart, maar door te lopen worden ook je zintuigen aangescherpt en je spieren getraind. Lopen verbetert je stemming en kan helpen bij depressies. Bovendien stimuleert het creativiteit en traint het je hersenen. En als je fysiek in staat bent om te wandelen, is er maar weinig wat je tegenhoudt.
Hindernissen
Alhoewel: het blijkt lastig om de overkant van het totaal onduidelijke kruispunt op de Prins Hendrikkade te halen. En het toch al schots en scheve voetpad op de Geldersekade staat vol met hindernissen als keldergaten, trappen, paaltjes, fietsen, bouwschuttingen, verkeersborden, parkeermeters, drempels en bezorgbusjes. Bij elke versmalling of tegenligger bots je een beetje tegen elkaar op, als je naast elkaar loopt.
“De voetpaden hier zijn echt rubbish,” zegt O’Mara. “Zoals in veel steden zijn voetgangers de laatste gebruikers aan wie wordt gedacht, terwijl zij juist de reden zijn dat steden bestaan.”
Hij wijst op de stuk of dertig geparkeerde auto’s die hij zojuist voorbij is gelopen: haal ze weg en je hebt een fantastisch voetpad. “Het is echt onredelijk hoeveel ruimte auto’s innemen. We doen soms of het onvermijdelijk is, maar het experiment met het massale bezit van auto’s gaat slechts twee of drie generaties terug. Er is geen reden om te denken dat het, omdat het nu zo is, altijd zo moet zijn.”
Dagelijks ritme
In zijn boek hamert hij erop dat stadsplanologen de voetganger voorop stellen bij het herinrichten van de stad: het moet gemakkelijk te belopen zijn, en toegankelijk, veilig en plezierig voor iedereen. Want niet het bos, de bergen of het platteland, maar juist de stad zou volgens hem de allerbeste, dagelijkse wandelervaring bieden.
“Veel mensen denken dat wandelen vooral iets voor in het weekend is. Dat je er de hele dag voor op pad moet, en de stilte moet opzoeken in de natuur. Ik denk dat we het wandelen juist moeten redden van dit idee: het moet juist onderdeel worden van ons dagelijkse ritme.”
Dat wordt makkelijker als steden meer worden ingericht op de wandelaar, maar je kan ook gewoon beginnen. Zo doet hij dat zelf: O’Mara woont in de suburbs van Dublin, dus heeft hij – ‘helaas’ – de auto nodig om zijn dochter naar school te brengen en zijn vrouw naar haar werk. Daarna neemt hij de trein naar het centrum van Dublin, maar stapt hij twee haltes te vroeg uit: in twintig minuten heeft hij de eerste twee- tot drieduizend stappen van de dag.
Op de uitgestrekte campus van Trinity College doet hij alles de hele dag lopend, en op momenten dat hij achter zijn computer zit gaat er elke 25 minuten een alarm af, waarna hij een kleine wandeling maakt. Dan volgt de weg naar huis, stapt hij weer te vroeg uit, en elke avond maakt hij nog een lange wandeling door zijn buurt. Hij kan iedereen aanraden de stappenteller op zijn telefoon in te schakelen, die hij zelf de hele dag nauwlettend in de gaten houdt. “Ik wil in elke geval boven de 10.000 stappen komen, maar voel me veel prettiger bij 14.000 of 15.000 stappen.”
Medicijn zonder bijwerking
En in zijn boek laat O’Mara, aan de hand van tal van onderzoeken zien, dat lopen echt een levensverbeterend en gezondheidsbevorderend voorschrift voor iedereen is. Hij noemt wandelen een medicijn zonder bijwerking, waarbij je brein wordt getraind. Hij vertelt erover terwijl hij de Nieuwmarkt verlaat en tussen de snel rijdende auto’s en fietsers door richting de Kloveniersburgwal steekt. Het is er druk, en een groep naar alcohol ruikende toeristen komt opeens met vaart uit een steegje gevlogen waardoor hij zijn pas een beetje moet inhouden.
Ondertussen valt het hem op dat hij nog zo weinig groen heeft gezien, en dat er nergens een bankje langs de prachtige gracht staat.
En dat allemaal terwijl je benen in beweging blijven, en in je brein een cognitieve kaart wordt bijgehouden die precies weet waar je bent.
“Dit is zo prachtig aan het systeem. Dat je dit alles onbewust doet en allemaal tegelijk kan. Het is echt een wonder waar we te weinig bij stilstaan,” zegt O’Mara.
Voorbij de Munt, nadat hij even heeft stilgestaan om foto’s te maken van de Oude Turfmarkt – waar de auto’s zijn verdwenen – vertelt hij over hersenonderzoek dat laat zien hoe de activiteit in ons brein toeneemt zodra we in beweging komen.
“Je brein is tijdens het wandelen zo veel actiever dan wanneer je achter een bureau zit. Dat heeft veel voordelen. Je focus drijft bijvoorbeeld weg van het probleem waarmee je eerst worstelde, wat het makkelijker maakt om een oplossing te vinden. Je creatieve prikkels worden gestimuleerd. En door dit regelmatig te doen, trainen we ons brein, en wordt het steeds beter.”
In zijn boek schrijft hij dat wandelen ruimte creëert voor een bijzondere aangename mindlesness, in plaats van mindfulness. En er zijn meer voorbeelden: de cognitieve kaart in je hersenen worden steeds beter als ze vaker worden gebruikt. Je oriëntatievermogen wordt dus beter, waardoor je je in vreemde omgevingen sneller op je gemak voelt.
Loslaten is makkelijker
Als O’Mara van de Vijzelgracht de Prinsengracht inslaat, checkt hij zijn stappenteller: sinds vertrek vanaf CS bijna zevenduizend stappen. Hij loopt over de Spiegelgracht en stapt onder het Rijksmuseum door, richting het Museumplein. “Mensen onderschatten hoe goed ze zich voelen, na zo’n wandeling,” zegt O’Mara. “Mensen zitten vaak vast met hun eigen gedachten. Maar loslaten is zo veel makkelijker als je op pad bent, en de wind en regen in je haren voelt.”
En wie bang is om verveeld te raken bij het wandelen heeft genoeg afleiding. O’Mara luistert zelf vaak naar een podcast, belt zijn ouders of spreekt teksten voor zijn boeken in op een dictafoon.
“Ons brein is gemaakt om tegelijkertijd achter dieren aan te rennen, speren te gooien en weg te duiken als een tijger je aanvalt. We zijn echt prima in staat om al deze dingen tegelijk te doen. Dus als je in de gelegenheid ben dat je kan lopen, doe het dan ook. En het is zo makkelijk en goedkoop: je hebt alleen een paar comfortabele schoenen en een jas nodig.”
Wandelruimte
Het voetpad op de Geldersekade is volgens Shane O’Mara rubbish, maar stadsdeel Centrum laat weten dat het de bedoeling is dat bij een toekomstige herinrichting de voetganger meer ruimte krijgt. De maat-regelen zijn op dit moment nog in onderzoek en vallen samen met de autoluwe ambities van het college. Daarbij hoort ook het plan om in de hele stad tienduizend parkeerplekken te schrappen. Op die manier moet er meer ruimte komen voor brede trottoirs, fietspaden, fietsstraten en openbaar vervoer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten